21-04-2017

Beroepsfout van tussenpersoon: causaal verband bepaalt of hij aansprakelijk is voor schade

 

Het maken van een beroepsfout leidt niet vanzelfsprekend tot aansprakelijkheid van de betreffende beroepsbeoefenaar jegens zijn (in zo’n geval vaak: voormalige) klant. Daarvoor is ook noodzakelijk dat causaal verband tussen de fout en de schade komt vast te staan. De vraag of er schade is geleden, moet volgens vaste jurisprudentie worden beantwoord door vergelijking van de financiële situatie waarin de voormalige klant zich nu bevindt en de hypothetische situatie waarin hij zich zou hebben bevonden, als de beroepsbeoefenaar de fout niet zou hebben gemaakt.

Of er sprake is van causaal verband is niet altijd eenvoudig vast te stellen en vormt dikwijls een groot geschilpunt tussen partijen. Soms is het nodig dat meerdere gerechtelijke instanties zich over deze vraag moeten buigen. In dat geval zullen beide partijen over een lange adem moeten beschikken. Zo ook in de zaak waarin de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2017:274) onlangs een arrest heeft gewezen. In een woonboerderij was een hennepkwekerij gevestigd. Nadat er brand was uitgebroken, weigert de opstalverzekeraar dekking onder de polis te verlenen. Valt deze schade wellicht te verhalen op de verzekeringstussenpersoon die bij de totstandkoming van deze verzekering betrokken was? De casus was als volgt.

X bewoont een woonboerderij. In hetzelfde dorp staat even verderop een andere woonboerderij te koop. X besluit om deze rietgedekte woonboerderij medio 2005 eveneens te kopen. Ten behoeve van de benodigde verzekeringen wendt X zich tot zijn tussenpersoon. De tussenpersoon gaat daarop (te?) voortvarend te werk en vraagt voor de woonboerderij een opstalverzekering aan bij de Noordhollandsche van 1816 (NH). Op het elektronische aanvraagformulier beantwoordt de tussenpersoon zonder medeweten van X de vraag of de woonboerderij door X zelf zal worden bewoond met “JA”.

De verzekeringsovereenkomst komt tot stand en de tussenpersoon verstrekt aan X het van NH ontvangen polisblad en de polisvoorwaarden. X is nimmer zelf in de woonboerderij gaan wonen. De woonboerderij werd door X aan een derde partij verhuurd. X noch diens tussenpersoon stelt NH hiervan op de hoogte. Op een kwade dag in 2010 brandt de woonboerderij volledig uit. Uit het onderzoek dat NH na de brand liet verrichten, volgde onder meer dat restanten van hennepplanten werden aangetroffen en diverse voorschakelapparaten, afzuigventilatoren en assimilatielampen. Ook bleken de zegels van de hoofdzekeringskast verbroken en waren er twee illegale aftakkingen gemaakt. Er was kortom een illegale hennepkwekerij in de woonboerderij aanwezig.

Illegale hennepkwekerij

Tussen partijen is niet in geschil dat er in de woonboerderij een illegale hennepkwekerij was gevestigd én dat de brand hierdoor zeer waarschijnlijk is ontstaan. NH besluit als gevolg hiervan dekking onder de polis te weigeren; NH verwijt X dat hij bij het aangaan van de verzekering een verkeerde opgave heeft gedaan. Ook wordt X door NH tegengeworpen dat hij zijn mededelingsplicht over risicoverzwarende omstandigheden heeft geschonden.

X besluit zijn pijlen niet (langer) te richten op NH, maar hij wendt zich tot zijn tussenpersoon. Volgens X heeft de tussenpersoon zijn zorgplicht jegens hem geschonden door het verkeerd invullen van de elektronische vragenlijst bij het aangaan van de verzekering. Ook had de tussenpersoon maatregelen moeten nemen ten aanzien van de naleving van de mededelingsplicht over de risicoverzwarende omstandigheden. Van de zijde van de tussenpersoon worden deze aantijgingen eigenlijk niet ontkend. Maar de tussenpersoon speelt de kaart van het ontbreken van causaal verband: zelfs al had ik het een en ander wél juist gedaan dan had dat onder de streep nog steeds geen verschil gemaakt.

De tussenpersoon vindt met dit verweer gehoor bij zowel de rechtbank als het hof. Volgens het hof had NH sowieso dekking onder de polis kunnen weigeren omdat de aanwezigheid van een hennepkwekerij tot verval van de verzekeringsdekking had geleid. Dit is namelijk een ‘bestemmingswijziging’ die zowel onder het oude verzekeringsrecht (artikel 293 K) als in de polisvoorwaarden voldoende grond waren om dekking te ontzeggen.  In artikel 7 van de polisvoorwaarden is hierover bepaald:

“Verzekeringnemer is verplicht de maatschappij zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 2 maanden (tenzij verzekeringnemer van het optreden van een hier genoemde wijziging niet op de hoogte was en bewijst dat hij dat redelijkerwijs ook niet kon zijn) na het intreden van de risicowijziging, schriftelijk in kennis te stellen van (…) wijziging van bestemming, waaronder mede wordt verstaan het aan derden, al dan niet op grond van een huurovereenkomst, in gebruik geven van het woonhuis (…).”

Wist X van niets?

Het hof toetst dus –kort gesteld- aan zowel de wettelijke regeling als aan de in de polisvoorwaarden opgenomen regeling over de bestemmingswijziging. Het hof komt daarmee tot het oordeel dat NH terecht dekking onder de polis had kunnen weigeren. Causaal verband tussen de fout en de schade ontbreekt daardoor.

X gaat in cassatie. Volgens de Hoge Raad had het hof het standpunt van X uitsluitend mogen toetsen aan artikel 7 van de polisvoorwaarden en niet ook aan het (strengere) artikel 293 van het Wetboek van Koophandel. Dat artikel is namelijk van regelend recht en daarvan mag dus in de polisvoorwaarden worden afgeweken. In artikel 7 van de polisvoorwaarden staat namelijk een voor de verzekeringnemer gunstige bepaling die er op neer komt dat aan de sanctie van verval van dekking kan worden ontkomen als X bewijst dat hij ten aanzien van de hennepkwekerij ‘van niets wist’.

Als het hof de inhoud van artikel 7 van de polisvoorwaarden juist zou hebben toegepast, dan had X in de gelegenheid gesteld moeten worden om daarvan bewijs te leveren. Anders gezegd: het hof had beter moeten onderzoeken of X inderdaad niets wist van een hennepkwekerij in de woonboerderij.

Met de schrik vrij?

De Hoge Raad verwijst de zaak terug naar een ander hof. Dat hof zal moeten onderzoeken wat X nu wel en niet wist van de hennepkwekerij in de woonboerderij. X is dus voorlopig in het gelijk gesteld door de Hoge Raad. Maar de zaak is daarmee nog niet ten einde. Als het ‘nieuwe’ hof oordeelt dat X daadwerkelijk van niets wist, is daarmee het causaliteitsverweer van tafel. De tussenpersoon is dan gehouden de schade van X te vergoeden. De omvang van de schade is gelijk aan het bedrag dat X gekregen zou hebben als NH wel dekking onder de polis zou hebben verleend.

Als het hof tot de conclusie komt dat X wel degelijk meer wist dan hij nu wil doen geloven, valt daarmee alsnog het doek voor hem. In dat geval ontbreekt dus het vereiste causaal verband tussen de fout(en) van de tussenpersoon en de schade van X (het mislopen van de verzekeringsuitkering). Pas als het opvolgende hof een dergelijke uitspraak doet, is de tussenpersoon definitief van de haak.

 

Lees hier het artikel zoals het is verschenen in am: 31 | april 2017

Onze expertises

  • toezichtwetgeving (waaronder vakbekwaamheid en beloning);
  • bedrijfsovername en portefeuilleoverdracht;
  • verzekeringsrecht en aansprakelijkheidsrecht;
  • arbeidsrecht;
  • samenwerking met aanbieders of tussen intermediairs onderling;
  • nieuwe distributiekanalen.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Naam
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Onze expertises

Wij stellen de bedrijfsvoering, de klant en het personeel van intermediairs centraal

Bedrijfsovername

  • Due Diligence Onderzoek (DDO)

  • Onderhandelen

  • Contracten opstellen

Geschillen

  • Dekkingsgeschillen

  • Aansprakelijkheidskwesties

  • Aandeelhoudersgeschillen

Financieel toezicht

  • Advies Wft / Bgfo

  • Vergunning

  • Beheerst beloningsbeleid

Contracten

  • Opstellen overeenkomsten

  • Beoordelen (polis) voorwaarden

  • Herschrijven voorwaarden op B1-niveau

  • Gespecialiseerd

    in de financiële branche

  • Advies en begeleiding

    bij aan- of verkoop van een assurantieportefeuille

  • Specifiek

    gericht op het intermediair

  • Klankbord en adviseur

    bij geschillen tussen diverse partijen

Polis Advocaten in

Wilt u meer weten of wilt u persoonlijk kennismaken?
Neemt u dan gerust contact met ons op.

  • Adres

    Laan van Nieuw Oost-Indië 133C
    2593 BM Den Haag