27-09-2016

Wat is relevant bij voldoen aan mededelingsplicht?

 

Rechtbank Oost-Brabant, 30 maart 2016
Nr. ECLI:NL:RBOBR:2016:3567

In deze zaak spelen X, een analfabeet als aspirant-verzekeringnemer, en diens tussenpersoon een hoofdrol. Kan het de tussenpersoon worden verweten dat hij een eigen inschatting heeft gemaakt van het strafrechtelijk verleden van de aspirant-verzekeringnemer bij het invullen van het aanvraagformulier voor een opstal- en inboedelverzekering? Ja, dat kan, aldus de rechtbank. De casus was als volgt.

Inventarisatie

Begin 2013 heeft de tussenpersoon een bezoek gebracht aan de recreatiewoning van X. X wilde een opstal- en inboedelverzekering afsluiten voor diens recreatiewoning en de daarin aanwezige zaken. Het was de tussenpersoon bekend dat X analfabeet is. De tussenpersoon heeft de gebruikelijke vragen bij het sluiten van een verzekeringspolis aan X gesteld. Een van die vragen had betrekking op het strafrechtelijke verleden van X. De vraag die door de tussenpersoon aan X werd voor- gelegd was of hij in de laatste acht jaar als verdachte of ter uitvoering van een opgelegde (straf)maatregel in aanraking is geweest met politie of justitie. X antwoordde daarop dat er een politie-inval is geweest bij zijn dochter in verband met een hennepkwekerij. X dronk daar op dat moment een kopje koffie. Ook is X toen door de politie meegenomen naar het politiebureau om te worden ondervraagd.

Schending mededelingsplicht

De tussenpersoon had tijdens het bezoek aan X de door hem gegeven antwoorden op de vragen genoteerd in zijn schrijfblok. Op het kantoor van de tussenpersoon is een digitaal aanvraagformulier door de tussenpersoon ingevuld. De tijdens het gesprek gemaakte aantekeningen heeft de tussenpersoon toen weggegooid. Op de vraag naar het strafrechtelijk verleden heeft de tussenpersoon een ontkennend antwoord ingevuld. Het aanvraagformulier wordt ter controle en ter ondertekening door de tussenpersoon aan X toegestuurd. X heeft het aanvraagformulier ondertekend geretourneerd. De verzekeringen zijn daarop tot stand gekomen. Op een kwaad moment is er in september 2013 brand uitgebroken in de recreatiewoning. Zowel de opstal als de inboedel werden daardoor volledig in de as gelegd. Uit onderzoek door de verzekeraar kwam naar voren dat X in het verleden wel degelijk met politie en justitie in aanraking is geweest. Gebleken is dat X door de politierechter is vrijgesproken van overtreding van de Opiumwet. De verzekeraar heeft naar aanleiding van deze bevindingen een beroep gedaan op schending van de mededelingsplicht en verder geweigerd dekking onder de polis te verlenen. X wendt zich daarop tot zijn tussenpersoon die hij verwijt niet te hebben voldaan aan de op hem rustende zorgplicht.

Oordeel rechter

De rechtbank legt de handelwijze van de tussenpersoon langs de maatstaf die geldt voor de beoordeling of een tussenpersoon heeft voldaan aan diens zorgplicht. Beoordeeld moet worden of de tussenpersoon heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend tussenpersoon had mogen worden verwacht. Om te voldoen aan die maatstaf dient de tussenpersoon aan de verzekeraar voldoende inlichtingen te verschaffen om te voorkomen dat de verzekeraar een beroep kan doen op schending van de mededelingsplicht. De tussenpersoon dient zich in zo’n geval proactief op te stellen. Hij mag er niet zomaar van uitgaan dat zijn dossier op orde is, maar hij dient informatie bij zijn klant, de aspirant-verzekeringnemer, in te winnen. De tussenpersoon dient daarbij in het achterhoofd te houden dat zijn klant niet spontaan kond zal doen van diens strafrechtelijke verleden. Toegepast op de casus is de rechtbank van oordeel dat de tussenpersoon tijdens het bezoek aan X had moeten doorvragen over de inval van de politie in de woning van diens dochter. Wat was er toen exact gebeurd? Wat was de rol van X daarin? En is er vervolging ingesteld en heeft dat geresulteerd in een veroordeling of in vrijspraak? Nu de tussenpersoon dergelijke vragen niet aan X heeft gesteld en op eigen houtje de afweging heeft gemaakt dat de politie-inval in de woning van de dochter van X voor de verzekeraar niet relevant was, is de tussenpersoon tekortgeschoten in zijn zorgplicht jegens X. Volgens de rechtbank had de tussenpersoon met de verzekeraar moeten afstemmen of de door X naar voren gebrachte feiten voor de verzekeraar van belang waren. De rechtbank rekent het de tussenpersoon ook aan dat deze aan X al tijdens het gesprek heeft aangegeven dat de politie-inval volgens hem niet relevant was voor de aanvraag van de verzekering. Indien en voor zover X dus al in staat was geweest het aanvraagformulier op juistheid te controleren, X is immers analfabeet, dan nog had van hem niet verwacht hoeven worden dat hij het ontkennende antwoord op de vraag naar het strafrechtelijke verleden had moeten corrigeren. De rechtbank vindt de afhankelijkheid van X van de tussenpersoon als gevolg van zijn analfabetisme een aan de tussenpersoon toe te rekenen verzwarende omstandigheid. Het feit dat de tussenpersoon zijn aantekeningen van het gesprek met X had vernietigd nadat hij het aanvraagformulier elektronisch had ingevuld, wordt hem door de rechtbank eveneens aangerekend. Er valt daardoor immers niet meer te achterhalen wat er exact is besproken tijdens het onderhoud van de tussenpersoon met X. De tussenpersoon verweert zich nog met een beroep op het ontbreken van causaal verband tussen de gemaakte fout en de door X geleden schade. Indien de vraag naar het strafrechtelijk verleden wel bevestigend beantwoord zou zijn, dan was er geen verzekering tot stand gekomen en had X ook geen mogelijkheden gehad zich elders te verzekeren. Volgens de tussenpersoon zou X dan in dezelfde positie hebben verkeerd als thans, namelijk een afgebrande woning zonder verzekeringsdekking. De rechtbank gaat in dit verweer niet mee. In een enigszins cryptisch geformuleerde rechtsoverweging stelt de rechter dat X bij die stand van zaken zijn verdere handelen daarop had kunnen afstemmen. Niet uitgesloten is dat de haalbaarheid van het causaliteitsverweer in hoger beroep nog eens nader getoetst zou (moeten) kunnen worden.

 

Lees hier het artikel zoals het is verschenen in De Beursbengel | september 2016

Onze expertises

  • toezichtwetgeving (waaronder vakbekwaamheid en beloning);
  • bedrijfsovername en portefeuilleoverdracht;
  • verzekeringsrecht en aansprakelijkheidsrecht;
  • arbeidsrecht;
  • samenwerking met aanbieders of tussen intermediairs onderling;
  • nieuwe distributiekanalen.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Naam
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Onze expertises

Wij stellen de bedrijfsvoering, de klant en het personeel van intermediairs centraal

Bedrijfsovername

  • Due Diligence Onderzoek (DDO)

  • Onderhandelen

  • Contracten opstellen

Geschillen

  • Dekkingsgeschillen

  • Aansprakelijkheidskwesties

  • Aandeelhoudersgeschillen

Financieel toezicht

  • Advies Wft / Bgfo

  • Vergunning

  • Beheerst beloningsbeleid

Contracten

  • Opstellen overeenkomsten

  • Beoordelen (polis) voorwaarden

  • Herschrijven voorwaarden op B1-niveau

  • Gespecialiseerd

    in de financiële branche

  • Advies en begeleiding

    bij aan- of verkoop van een assurantieportefeuille

  • Specifiek

    gericht op het intermediair

  • Klankbord en adviseur

    bij geschillen tussen diverse partijen

Polis Advocaten in

Wilt u meer weten of wilt u persoonlijk kennismaken?
Neemt u dan gerust contact met ons op.

  • Adres

    Laan van Nieuw Oost-Indië 133C
    2593 BM Den Haag