08-05-2023

Aankondiging opzegging verzekering niet direct gedeeld met klant

De verzekeringsovereenkomst tussen een verzekeraar en de verzekeringnemer kan -net als andere overeenkomsten- worden opgezegd. Als aan de voorwaarden voor opzegging is voldaan, staat het partijen immers vrij om in de toekomst geen zaken meer met elkaar te doen. Een van die voorwaarden is het in acht nemen van een opzegtermijn. Deze opzegtermijn stelt de andere partij in staat om zijn heil anders te kunnen zoeken zodat hij niet voor een voldongen feit gesteld wordt.

Als een verzekeraar de brief met de aankondiging van de opzegging aan de adviseur stuurt, dan zal de adviseur deze informatie met zijn klant, de verzekeringnemer, moeten delen. Er kan dan gezocht worden naar een alternatieve passende verzekeringsdekking bij een andere maatschappij. In deze zaak, die in hoger beroep aan het hof Arnhem was voorgelegd, speelde de vraag of de adviseur de klant wel op tijd had geïnformeerd over de aangekondigde opzegging. De casus was als volgt.

ECLI:NL:GHARL:2023:1284
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 14 februari 2023

Opzegging verzekering

X is eigenaar van ruim 20 bestelwagens. Deze bestelwagens stelt X ter beschikking aan de transportonderneming van zijn dochtervennootschap. Via bemiddeling van zijn adviseur had X het bestelwagenpark verzekerd bij HDI. In januari 2017 heeft HDI aan de adviseur te kennen gegeven dat de polis van X per 31 december 2017 beëindigd zal worden. Door de adviseur is op 18 december 2017 een nieuwe offerte van de verzekering (bij Amlin) aan X gestuurd. De jaarpremie bedroeg ruim 83.000,- terwijl X bij HDI in 2017 ruim € 45.000,- aan premie betaalde. Hoewel X aangaf dat deze premiestijging heel fors was, is zij toch akkoord gegaan.

In de loop van 2018 heeft de adviseur nogmaals een inventarisatieronde bij diverse verzekeraars gedaan. Daaruit kwamen premies naar voren die lagen tussen de € 88.000,- en € 97.000,- X heeft in 2018 zelf -zonder medeweten van zijn adviseur- naar een offerte geïnformeerd. X heeft vervolgens rechtstreeks (en nog steeds buiten de adviseur om) bij TVM een verzekering gesloten voor het wagenpark. Over het jaar 2019 berekende TVM aan X een premie van ruim € 48.000,-. Dit bedrag was ongeveer gelijk aan de premie die X eerst (dus voorafgaand aan de opzegging) bij HDI betaalde (ruim € 45.000,-) en ruim minder dan de premie van Amlin en Avéro Achmea.

Passende verzekering

X vindt achteraf dat hij in het jaar 2018 te veel premie heeft betaald. X stelt zijn adviseur daarom aansprakelijk. De schade die X vordert is gelijk aan de premie die hij in 2018 aan Amlin heeft betaald. Minus het bedrag dat X naar schatting bij TVM zou moeten betalen voor de verzekering van zijn wagenpark. In eerste aanleg stelt de rechtbank stelt voorop dat een adviseur zich er voor zal moeten inspannen om aan zijn klant een passende verzekering te adviseren. Wat onder passend verstaan kan worden, hangt volgens de rechtbank af van de wensen van de klant.

De rechtbank is van oordeel dat een adviseur in zijn algemeenheid geen fout maakt als hij op zich een passende verzekering maar niet de allergoedkoopste aan zijn klant voorstelt. De rechtbank is evenmin van oordeel dat een adviseur in zijn algemeenheid niet verplicht is om ook buiten de portefeuille om te kijken of er mogelijk een verzekeraar is die een goedkoper alternatief wil offreren. Maar in dit specifieke geval was er volgens de rechtbank wél voldoende aanleiding voor de adviseur om een uitgebreidere zoektocht te ondernemen.

Conclusie van de rechtbank is dat de adviseur zijn verplichting heeft geschonden om de overeenkomst van opdracht met X met zorg uit te voeren. De adviseur heeft daarmee niet gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend tussenpersoon mag worden verwacht. De adviseur is volgens de rechtbank tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen. Het oordeel van de rechtbank is dan ook dat de adviseur de door X geleden schade moet vergoeden.

Hoger beroep

De adviseur gaat van dit oordeel van de rechtbank in hoger beroep bij het hof. In deze procedure laat het hof het oordeel van de rechtbank nagenoeg in stand. Maar het hof legt -meer dan de rechtbank- vooral de nadruk op het lange stilzitten van de adviseur. Volgens het hof wist de adviseur al in januari 2017 dat HDI de verzekering per 31 december van dat jaar zou opzeggen. Maar de adviseur stelde X hiervan pas medio december van op de hoogte. X had toen geen andere keuze dan akkoord te gaan met de door de adviseur aangeboden offerte van Amlin. De adviseur heeft daarmee aan X de reële mogelijkheid ontnomen om een alternatief te zoeken voor de verzekering.

Volgens het hof staat alleen al hierom de zorgplichtschending van de adviseur vast en is de adviseur jegens X aansprakelijk. Het hof rekent het de adviseur aan dat hij geruime tijd wist dat X een andere verzekeraar nodig had. En dat dit gelet op het schadeverleden van X geen makkelijke opgave was. Door X hierover niet tijdig te informeren, handelde de adviseur volgens het hof niet zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam adviseur mag worden verwacht.

Inschakeling deskundige

De door de adviseur te berde gebrachte verweren, worden door het hof grotendeels afgewezen. Deels omdat deze verweren door de adviseur volgens het hof onvoldoende zijn onderbouwd. Een deel van de door de adviseur betrokken stellingen plaatst het hof in de sleutel van de schadevergoeding. Het hof overweegt dat het uitgangspunt bij de begroting van de schade een vergelijking is tussen de werkelijke situatie en de hypothetische situatie waarin X zou hebben verkeerd als de door de adviseur gemaakte fout niet was gemaakt. Om die schade vast te kunnen stellen, zal het hof een deskundige benoemen. Deze deskundige kan zich dan onder meer uitlaten over het verweer van de adviseur dat X ten onrechte geen rekening houdt met de gunstiger voorwaarden die de verzekering van Amlin had ten opzichte van de verzekering van TVM. Nadat de deskundige heeft gerapporteerd zal het hof eindarrest wijzen.

Lees hier het artikel zoals het is verschenen in Beursbengel 923 | april 2023

Lees hier het artikel zoals het is gepubliceerd op Platform Flink

Onze expertises

  • toezichtwetgeving (waaronder vakbekwaamheid en beloning);
  • bedrijfsovername en portefeuilleoverdracht;
  • verzekeringsrecht en aansprakelijkheidsrecht;
  • arbeidsrecht;
  • samenwerking met aanbieders of tussen intermediairs onderling;
  • nieuwe distributiekanalen.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Naam
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Onze expertises

Wij stellen de bedrijfsvoering, de klant en het personeel van intermediairs centraal

Bedrijfsovername

  • Due Diligence Onderzoek (DDO)

  • Onderhandelen

  • Contracten opstellen

Geschillen

  • Dekkingsgeschillen

  • Aansprakelijkheidskwesties

  • Aandeelhoudersgeschillen

Financieel toezicht

  • Advies Wft / Bgfo

  • Vergunning

  • Beheerst beloningsbeleid

Contracten

  • Opstellen overeenkomsten

  • Beoordelen (polis) voorwaarden

  • Herschrijven voorwaarden op B1-niveau

  • Gespecialiseerd

    in de financiële branche

  • Advies en begeleiding

    bij aan- of verkoop van een assurantieportefeuille

  • Specifiek

    gericht op het intermediair

  • Klankbord en adviseur

    bij geschillen tussen diverse partijen

Polis Advocaten in

Wilt u meer weten of wilt u persoonlijk kennismaken?
Neemt u dan gerust contact met ons op.

  • Adres

    Laan van Nieuw Oost-Indië 133C
    2593 BM Den Haag