Klant moet adviseur voldoende informatie verstrekken

Van een financieel adviseur mag worden verwacht dat deze zich in het kader van zijn zorgplicht inspant om er voor te zorgen dat zijn klant beschikt over passende verzekeringsdekking. Als een klant er voor kiest om niet al zijn verzekeringen bij één adviseur onder te brengen, moet de klant zelf beter opletten. En de adviseur voldoende informeren over zijn situatie. In deze zaak die aan de rechtbank Limburg was voorgelegd stond de vraag centraal of de klant zelf voldoende mededeelzaam was geweest jegens zijn adviseur over de objecten en of de risico’s waarvoor verzekeringsdekking gerealiseerd moest worden. De casus was als volgt.

Rechtbank Limburg
ECLI:NL:RBLIM:2022:5055

X beschikt over een collectie kunst, kostbaarheden en antiek. X had bij ASR een kostbaarhedenverzekering gesloten voor juwelen en horloges en een inboedelverzekering. Verder had X een speciale kostbaarhedenverzekering gesloten voor kunst en antiek bij AON Artscope. De verzekeringen bij ASR waren indertijd gesloten door de oude adviseur van X.

Na overname van diens verzekeringsportefeuille waren deze verzekeringen in beheer bij de huidige adviseur van X. De verzekering bij AON Artscope behoorde niet tot de portefeuille van de adviseur. Door X is op eigen initiatief de kostbaarhedenverzekering bij ASR in 2013 beëindigd. X gaf daarbij als reden op dat “de te verzekeren objecten al geruime tijd geleden zijn toegevoegd aan de bij AON Artscope lopende verzekering van onze totale kunst-, kostbaarheden en antiekcollectie.”. De inboedelverzekering bleef wel gewoon via de adviseur bij ASR lopen.

Onderverzekering

In juli 2019 werd X het slachtoffer van een roofoverval in zijn woning. Tijdens die overval is de muntencollectie van X buitgemaakt. Deze muntenverzameling werd door de expert van ASR getaxeerd op ruim € 96k. ASR heeft toen aan X op grond van de inboedelverzekering een bedrag ad slechts € 27k uitgekeerd. Dit bedrag kwam tot stand na toepassing van de onderverzekeringsbreuk. De totale waarde van de muntenverzameling was meer dan door X indertijd via de inboedelwaardemeter was opgegeven.

Ook bij AON Artscope ving X bot omdat de muntenverzameling niet gedekt was onder de kostbaarhedenverzekering. X richt zijn pijlen op de adviseur. X voert aan dat de adviseur zijn zorgplicht heeft geschonden door niet jaarlijks een onderhoudsgesprek met hem te voeren. Als de adviseur dat volgens X wel gedaan had, dan was wel de juiste waarde van de muntenverzameling aan ASR doorgegeven. Of had de adviseur een aparte kostbaarhedenverzekering kunnen en moeten adviseren. Het verwijt van X komt er op neer dat hij er vanuit ging dat de adviseur over zijn polissen waakte. Dat het goed geregeld was zolang hij van de adviseur niet anders hoorde.

Schending zorgplicht?

De rechtbank gaat niet mee in dit relaas van X en laat in het midden of er op de adviseur de verplichting rustte om jaarlijks een onderhoudsgesprek met X te voeren over diens verzekeringen. X heeft onvoldoende heeft gesteld om tot de conclusie te kunnen komen dat het onderwerp ‘muntenverzameling’ tijdens zo’n gesprek dan aan de orde zou zijn gekomen, oordeelt de rechtbank.

Volgens de rechtbank was het bij X bekend dat er bij de inboedelverzekering door ASR gebruik gemaakt werd van een zogeheten inboedelmeter. Op zo’n inboedelmeter wordt gevraagd om aan te geven wat de waarde is van zaken die kwalificeren als antiek, kunst, verzamelingen en instrumenten. Nu X hiervan geen opgave heeft gedaan bij ASR, werd de waarde van deze zaken niet apart vermeld op de inboedelpolis. Daardoor was het verzekerde bedrag voor deze zaken gemaximeerd en kreeg X dus niet zijn gehele schade vergoed.

Reikwijkte overeenkomst van opdracht

De rechtbank stelt vast dat het verzekerde bedrag sinds 2006 niet meer was aangepast. Volgens de rechtbank valt het de adviseur niet te verwijten dat er voor de muntenverzameling –die volgens X ook nog in de loop der jaren in waarde was toegenomen- geen toereikende verzekeringsdekking was. De rechtbank constateert dat X nimmer aan de adviseur heeft gemeld dat hij over een muntenverzameling beschikte. De adviseur had dus geen enkele aanleiding om naar het bestaan van een muntenverzameling te informeren.

Overigens hoefde de adviseur daar niet op bedacht te zijn. Want het was de adviseur bekend dat X bij AON Artscope een kostbaarhedenverzekering had. De adviseur mocht er volgens de rechtbank daardoor vanuit gaan dat X relevante feiten over diens kostbaarheden –uitsluitend- met AON Artscope besprak –hetgeen door X ook werd gedaan- en dat het onderwerp ‘kostbaarheden’ buiten de reikwijdte van de overeenkomst van opdracht (en daarmee de zorgplicht) van de adviseur lag. 

De rechtbank concludeert dat een jaarlijks onderhoudsgesprek het beroep op onderverzekering door ASR niet had voorkomen. Daardoor ontbreekt causaal verband tussen de (eventuele) zorgplichtschending van de adviseur en de door X geleden schade. De vordering van X op zijn adviseur strandt. X wordt veroordeeld om de proceskosten van de adviseur te voldoen.

Lees hier het artikel zoals het is verschenen in Beursbengel 917 | september 2022

Lees hier het artikel zoals het is gepubliceerd op Platform Flink