02-09-2021

Had adviseur beroep op schending mededelingsplicht moeten voorkomen?

 

Rechtbank Midden-Nederland
ECLI:NL:RBMNE:2021:2010

Het komt voor dat een verzekeringnemer door de verzekeraar een ontzegging van de dekking tegengeworpen krijgt. Een veel voorkomende grond waarop de verzekeraar een beroep doet, is de schending van de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering. Als deze verplichting door de aspirant-verzekeringnemer met voeten wordt getreden, dan hoeft de verzekeraar een beroep op dekking in beginsel niet te honoreren. Gelet op de vergaande consequenties hiervan voor de verzekeringnemer, rust op de adviseur de plicht om zijn klant voor een dergelijke valkuil zo veel als mogelijk te behoeden. In deze zaak, die aan de rechtbank Midden-Nederland was voorgelegd, speelde de vraag of de adviseur zijn klant bij het aangaan van de verzekering dan wel tijdens de looptijd daarvan had moeten wijzen op het gat in de dekking. De casus was als volgt.

X is werkzaam als zelfstandige in de metaalbouw. Als hobby doet X op redelijk hoog niveau aan autocrossen. X heeft zich in 2006 door diens adviseur laten adviseren over een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Via bemiddeling van de adviseur is daarop een arbeidsongeschiktheidsverzekering gesloten bij de Goudse.

Schending mededelingsplicht

In 2014 is X tijdens het autocrossen een ernstig ongeluk overkomen. X heeft daarbij een dwarslaesie opgelopen en sindsdien is X rolstoel gebonden en fysiek ernstig beperkt. De Goudse heeft dekking onder de polis ontzegd aan X. Want volgens de Goudse had X bij het aangaan van de arbeidsongeschiktheidsverzekering moeten melden dat hij hobbymatig aan autocrossen deed. Door dit na te laten heeft X zijn mededelingsplicht (artikel 7:928 BW) geschonden.

De Goudse doet daarnaast een beroep op haar polisvoorwaarden. Daarin is bepaald dat geen recht op uitkering bestaat als de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van ‘met een voertuig deelnemen aan een wedstijd waarin het snelheidselement overheerst’. Zowel X als zijn adviseur zijn het er over eens dat de dekkingsweigering door de Goudse op zich terecht is. X spreekt daarop zijn adviseur aan.

Zorgplicht adviseur

De rechtbank stelt voorop dat een redelijk handelend en redelijk bekwaam adviseur aan de verzekeraar voldoende inlichtingen moet verschaffen om te voorkomen dat laatstgenoemde een beroep kan doen op schending van de mededelingsplicht. De adviseur moet zich hierbij proactief opstellen om de vereiste feiten en omstandigheden boven water te krijgen. Zo nodig moet de adviseur doorvragen bij zijn klant en hem waarschuwen voor de gevolgen van het niet voldoen aan de mededelingsplicht.

De rechtbank stelt vast dat partijen van mening verschillen over de vraag of de adviseur in 2006 op de hoogte was van de autocrossactiviteiten van X. De rechtbank omzeilt deze impasse handig door te oordelen dat dit niet relevant is voor het antwoord op de vraag of de adviseur tekort is geschoten in de nakoming van zijn zorgplicht. Want volgens de rechtbank is slechts van belang om vast te stellen of de adviseur vóór het ongeval in 2014 op de hoogte was van de autocross hobby van X.

Het bewijs daarvoor is er wel. Want uit een e-mail van de adviseur gericht aan diens beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar blijkt dat hij al sinds 2010/2011 bekend was met de hobby van X. Saillant is dat het kantoor van de adviseur al sinds enkele jaren een sponsor was van X. De rechtbank wijst in dat verband ook op een foto die door de advocaat van X werd overgelegd. Daarop is te zien dat de naam van het kantoor van de adviseur op de voorkant van de auto als sponsor is vermeld.

Volgens de rechtbank had de adviseur vanaf het moment dat de adviseur bekend was met deze hobby van X in actie moeten komen. De adviseur had X er voor moeten waarschuwen dat de Goudse geen dekking zou verlenen in het geval X een ongeval zou overkomen bij het autocrossen.

Door dit na te laten terwijl hij al jarenlang bekend was met de hobby van X is de adviseur toerekenbaar tekortgeschoten jegens X. Want de rechtbank oordeelt dat de adviseur ook tijdens de looptijd van de arbeidsongeschiktheidsverzekering de plicht had om X te wijzen op feiten en omstandigheden (zoals het doen aan autocross) die gevolgen kunnen hebben voor de dekking onder de polis. De door X gevraagde verklaring voor recht dat de adviseur een beroepsfout heeft gemaakt wordt dus toegewezen door de rechtbank.

Door X wordt tevens een verklaring voor recht gevorderd dat hij voor ten minste 25% arbeidsongeschikt is zoals is voorgeschreven in de polisvoorwaarden van de arbeidsongeschiktheidsverzekering. De rechtbank oordeelt dat X hiervoor onvoldoende stukken heeft overgelegd om deze vordering te kunnen dragen. Volgens de rechtbank had X beter moeten onderbouwen dat en waarom hij niet 75% of meer passende arbeid kan verrichten. Deze vordering wordt door de rechtbank dus afgewezen.

Causaal verband

Over het vereiste causaal verband tussen de beroepsfout en de schade is de rechtbank eveneens kritisch. De adviseur heeft zich verweerd met de stelling dat het -ook als de beroepsfout wordt weggedacht- nog maar de vraag was of X zich, gegeven zijn hobby, überhaupt had kunnen verzekeren. En of X bereid en in staat was geweest de hogere premie te betalen.

Volgens X was het wel degelijk mogelijk om arbeidsongeschiktheid als gevolg van een autocrossongeval te verzekeren. X laat daarbij een voorbeeldpolis van Aegon zien waaruit dat inderdaad volgt. Maar de rechtbank oordeelt dat daarmee niet vaststaat dat Aegon X ook daadwerkelijk als verzekeringnemer zou hebben geaccepteerd. Want volgens de rechtbank is het verzekeren van dergelijke risico’s maatwerk.

X heeft naar het oordeel van de rechtbank bovendien onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij bereid en in staat zou zijn om een verhoogde premie te betalen. De rechtbank komt daarmee tot de slotsom dat causaal verband tussen de beroepsfout en de schade niet is komen vast te staan. De vordering om de schade van X te begroten wordt door de rechtbank daarmee afgewezen. Voor X rest dus slechts de vaststelling dat de adviseur een beroepsfout heeft gemaakt. Maar de adviseur hoeft volgens de rechtbank niet op te draaien voor de financiële gevolgen daarvan. Wordt mogelijk dus vervolgd.

 

Lees hier het artikel zoals het is gepubliceerd in Beursbengel 906 | juli-augustus 2021

Lees hier het artikel zoals het is gepubliceerd op Platform Flink

Onze expertises

  • toezichtwetgeving (waaronder vakbekwaamheid en beloning);
  • bedrijfsovername en portefeuilleoverdracht;
  • verzekeringsrecht en aansprakelijkheidsrecht;
  • arbeidsrecht;
  • samenwerking met aanbieders of tussen intermediairs onderling;
  • nieuwe distributiekanalen.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Naam
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Onze expertises

Wij stellen de bedrijfsvoering, de klant en het personeel van intermediairs centraal

Bedrijfsovername

  • Due Diligence Onderzoek (DDO)

  • Onderhandelen

  • Contracten opstellen

Geschillen

  • Dekkingsgeschillen

  • Aansprakelijkheidskwesties

  • Aandeelhoudersgeschillen

Financieel toezicht

  • Advies Wft / Bgfo

  • Vergunning

  • Beheerst beloningsbeleid

Contracten

  • Opstellen overeenkomsten

  • Beoordelen (polis) voorwaarden

  • Herschrijven voorwaarden op B1-niveau

  • Gespecialiseerd

    in de financiële branche

  • Advies en begeleiding

    bij aan- of verkoop van een assurantieportefeuille

  • Specifiek

    gericht op het intermediair

  • Klankbord en adviseur

    bij geschillen tussen diverse partijen

Polis Advocaten in

Wilt u meer weten of wilt u persoonlijk kennismaken?
Neemt u dan gerust contact met ons op.

  • Adres

    Laan van Nieuw Oost-Indië 133C
    2593 BM Den Haag