26-04-2021

Moet adviseur schade door niet gedekt evenement vergoeden?

Rechtbank Gelderland 3 juni 2020
ECLI:NL:RBGEL:2020:3084

Op de adviseur (tussenpersoon) rust de plicht om te waken voor de verzekeringsbelangen van de klanten die tot zijn portefeuille behoren. Tot die taak behoort ook dat de adviseur zich voldoende verdiept in zijn klant. Dit geldt te meer als zijn klant een bedrijf exploiteert. Kennis van de aard en omvang van de werkzaamheden van dat bedrijf is daarbij onontbeerlijk. Bij onvoldoende zicht daarop kan het voorkomen dat de adviseur de plank misslaat door de reikwijdte van de verzekeringen niet in overeenstemming te brengen met de risico’s die zijn klant loopt. In deze zaak speelt onder meer de vraag of de adviseur moet opdraaien voor de schade die zijn klant lijdt als gevolg van een niet gedekt evenement. De rechtbank wijst de vorderingen jegens de adviseur vooralsnog niet toe, omdat er eerst nog nader bewijs geleverd moet worden. De casus was als volgt.

X exploiteert een bedrijf dat zich bezighoudt met onderhoud en installatie van beveiligingssystemen. X heeft in opdracht van een klant (een kledingbedrijf) een alarmsysteem geïnstalleerd in een tijdelijke opslagruimte. In die opslagruimte werd kleding opgeslagen. In januari 2016 is in deze opslagruimte ingebroken en is de kledingvoorraad gestolen. Hoewel dat wel zo had gemoeten, had de door X geïnstalleerde alarminstallatie geen melding gemaakt bij de alarmcentrale. Hierdoor voldeed het kledingbedrijf niet aan de voorwaarden van haar inbraakverzekering. De claim van het kledingbedrijf werd door haar verzekeraar afgewezen. Het kledingbedrijf heeft daarop X aansprakelijk gesteld voor de financieel gevolgen daarvan.

Dekking?

X had op zijn beurt een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering (avb) gesloten bij Reaal. Deze verzekering was tot stand gekomen door bemiddeling van de adviseur van X. Door X werd de aansprakelijkstelling van het kledingbedrijf doorgeleid naar Reaal. Namens Reaal werd het beroep op dekking onder de avb afgewezen. Want Reaal was van mening dat er sprake was van zuivere vermogensschade. Zodat zij een beroep kon doen op de dekkingsuitsluiting in de polisvoorwaarden.

X wendt zich daarop tot zijn adviseur en stelt hem aansprakelijk voor de schade die hij lijdt als gevolg van het ontbreken van dekking op de avb. De adviseur was actief onder een aantal handelsnamen en via een aantal entiteiten, waaronder ook een assuradeurenbedrijf. Omdat het X niet geheel duidelijk was met welke vennootschap hij een overeenkomst van opdracht had, werden alle entiteiten in rechte betrokken. De rechtbank stelt vast adviseur Y degene was die heeft bemiddeld bij het tot stand komen van de avb.

Zorgplicht

De portefeuille van Y is op enig moment overgedragen aan adviseur Z. Vanaf dat moment was adviseur Z dus aan te merken als de adviseur van X. De rechtbank schetst het toetsingskader dat van toepassing is op beide adviseurs. De adviseur dient tegenover X de zorg dienen te betrachten die van een redelijk handelend en redelijk bekwaam tussenpersoon mag worden verwacht. Deze zorgplicht brengt onder meer mee dat de adviseur voldoende informatie moet inwinnen om adequaat te kunnen adviseren bij de keuze welke verzekering er afgesloten moet worden. Er moet immers voorkomen worden dat er een verzekering wordt afgesloten die onvoldoende dekking biedt voor de risico’s die het bedrijf van zijn klant loopt.

De adviseur zal zich daarbij moeten verdiepen in het bedrijf van zijn klant zodat een passende verzekering kan worden geadviseerd. Ook na het sluiten van de verzekering, zal de adviseur eenmaal bekend met wijzigingen in het bedrijf van zijn klant moeten adviseren om zijn verzekeringen eventueel aan te passen. Ten aanzien van de opvolgende adviseur, schetst de rechtbank dat deze zich een zelfstandig beeld zal moeten vormen van de overgenomen portefeuille. De adviseur zal daarbij moeten onderzoeken of de verzekeringen eventueel gewijzigd moeten worden. Hij zal er daarbij niet blind op mogen vertrouwen dat zijn voorganger de portefeuille correct heeft beheerd.

Op de opvolgend adviseur rust een eigen onderzoeksplicht. Toegepast op deze zaak komt de rechtbank tot het oordeel dat de beide adviseurs van X in hun zorgplicht jegens hem tekortgeschoten zijn. De adviseurs zouden diverse steken hebben laten vallen in de manier waarop zij de belangen van X hebben behartigd. Zo staat vast dat X tijdens de jaarlijkse adviesgesprekken steeds heeft aangegeven dat zijn grootste bedrijfsrisico bestaat uit het niet functioneren van een door hem bij één van zijn klanten geïnstalleerd alarmsysteem. X heeft daarbij de vraag gesteld of hij daarvoor wel goed verzekerd was.

AVB of BAV

De rechtbank leidt daaruit af dat beide adviseurs bekend waren met zowel de bedrijfsactiviteiten van X als diens voornaamste bedrijfsrisico. De adviseurs verweren zich met de stelling dat er tijdens een adviesgesprek aan X is voorgehouden dat zijn avb alleen dekking biedt voor personen- en zaakschade. Als X ook dekking wilde voor vermogensschade dan zou hij een beroepsaansprakelijkheidsverzekering moeten afsluiten. Uit de gespreksnotitie die van die bespreking is overgelegd blijkt slechts de zin “Besproken, prima in orde; geen personeel.” Volgens de rechtbank is dit te summier om aan te kunnen nemen of er überhaupt met X is gesproken over een beroepsaansprakelijkheidsverzekering.

Evenmin kan worden vastgesteld of aan X (een leek op dit gebied) is uitgelegd wat het verschil is tussen zaak- en vermogensschade. Het had op de weg van de adviseurs gelegen om aantekeningen over te leggen waaruit dat wel afgeleid kan worden. Nu zij dat hebben nagelaten, staat het volgens de rechtbank vast dat dit punt over de beroepsaansprakelijkheidsverzekering niet met X is besproken.

De rechtbank kan op één punt na nog geen eindoordeel vellen. Er staat volgens de rechtbank namelijk nog niet in voldoende mate vast dat het risico wat zich hier heeft voorgedaan ook daadwerkelijk verzekerbaar was. Het ligt volgens de rechtbank op de weg van X om hiervan bewijs te leveren. Als X in dat bewijs slaagt (bijvoorbeeld door een voorbeeldpolis van een andere verzekeraar te overleggen), dan is daarmee het causaal verband gegeven tussen de fout van de adviseurs en de door X geleden schade. Wordt dus mogelijk nog vervolgd.

Lees hier het artikel zoals het is verschenen in Beursbengel 903 | april 2021

Lees hier het artikel zoals het is gepubliceerd op Platform Flink

Onze expertises

  • toezichtwetgeving (waaronder vakbekwaamheid en beloning);
  • bedrijfsovername en portefeuilleoverdracht;
  • verzekeringsrecht en aansprakelijkheidsrecht;
  • arbeidsrecht;
  • samenwerking met aanbieders of tussen intermediairs onderling;
  • nieuwe distributiekanalen.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Naam
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Onze expertises

Wij stellen de bedrijfsvoering, de klant en het personeel van intermediairs centraal

Bedrijfsovername

  • Due Diligence Onderzoek (DDO)

  • Onderhandelen

  • Contracten opstellen

Geschillen

  • Dekkingsgeschillen

  • Aansprakelijkheidskwesties

  • Aandeelhoudersgeschillen

Financieel toezicht

  • Advies Wft / Bgfo

  • Vergunning

  • Beheerst beloningsbeleid

Contracten

  • Opstellen overeenkomsten

  • Beoordelen (polis) voorwaarden

  • Herschrijven voorwaarden op B1-niveau

  • Gespecialiseerd

    in de financiële branche

  • Advies en begeleiding

    bij aan- of verkoop van een assurantieportefeuille

  • Specifiek

    gericht op het intermediair

  • Klankbord en adviseur

    bij geschillen tussen diverse partijen

Polis Advocaten in

Wilt u meer weten of wilt u persoonlijk kennismaken?
Neemt u dan gerust contact met ons op.

  • Adres

    Laan van Nieuw Oost-Indië 133C
    2593 BM Den Haag