16-03-2020

Had adviseur moeten waarschuwen dat het bijgebouw buiten de dekking viel?

ECLI:NL:RBGEL:2019:5177
Rechtbank Gelderland 11 november 2019

Net als in de zaak die in het vorige nummer van de Beursbengel werd behandeld, speelt ook in deze zaak de oplettendheid van de adviseur een centrale rol. Dus nogmaals: een adviseur die zijn klanten thuis of op het werk bezoekt, mag tijdens het bezoek geen oogkleppen ophebben.

Als de adviseur nalaat om bepaalde opvallende zaken te signaleren, kan hem het verwijt gemaakt worden dat hij onvoldoende heeft gewaakt voor de belangen van zijn klant. Van de adviseur wordt immers gevergd dat hij feiten of omstandigheden die gevolgen kunnen hebben voor de verzekerde belangen aan zijn klant kenbaar maakt en hierop de nodige actie onderneemt. In deze zaak die aan de rechtbank Gelderland was voorgelegd speelt de vraag of het de Rabobank, als adviseur verweten kan worden dat hij niet heeft geadviseerd om een brandverzekering te sluiten voor de loods die door zijn klant bedrijfsmatig werd gebruikt. De casus was als volgt.

Bedrijfsmatig gebruik van loods

X is tezamen met zijn echtgenote eigenaar van een woonhuis. Op hetzelfde perceel staat tevens een loods. Via bemiddeling van de Rabobank is bij Achmea een woonhuisverzekering afgesloten voor de woning. De loods is als bijgebouw meeverzekerd op de polis. In de polisvoorwaarden is bepaald dat zakelijk gebruik van het bijgebouw is toegestaan, mits sprake is van kleinschalig zakelijk gebruik.

In de polisvoorwaarden wordt genoemd het gebruik van het bijgebouw voor onder meer een praktijkruimte voor een psycholoog, een schoonheidsspecialist, een kapper of een pedicure. Of als kantoorruimte voor een administratiekantoor. De zoon van X exploiteert vanaf 2016 een garagebedrijf in de loods.

Brand!

In november 2017 is er brand uitgebroken in de loods. Hierbij is de loods volledig verloren gegaan. De schade is door een schade-expert vastgesteld op ruim € 350.000,- Achmea weigert dekking onder de polis te verlenen. X legt de zaak daarop voor aan de rechtbank. Ook de Rabobank wordt door X via een subsidiaire vordering in het geding betrokken.

De rechtbank buigt zich eerst over de vraag of Achmea terecht geen dekking verleent. Volgens de rechtbank is dit het geval. Achmea heeft in de polis opgenomen dat schade verzekerd is bij kleinschalig zakelijk gebruik van de loods. Het exploiteren van een garagebedrijf valt niet onder het kleinschalig zakelijk gebruik.

Het verrichten van klus- en herstelwerkzaamheden aan auto’s is volgens de rechtbank qua risico’s niet vergelijkbaar met de in de polis opgenomen beroepen. De door Achmea verzekerde risico’s zijn hiermee volgens de rechtbank duidelijk afgebakend. De rechtbank stelt vast dat hier sprake is van een primaire dekkingsomschrijving.

Het standpunt van X dat het beroep van Achmea op dit beding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, wordt door de rechtbank verworpen. De rechtbank verwijst in dit verband naar de jurisprudentie op dit gebied (HR 9 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AV9435 en HR 16 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2793).

Polisvoorwaarden

Uitgangspunt is dat het een verzekeraar vrijstaat om in de polisvoorwaarden de grenzen te omschrijven waarbinnen hij bereid is dekking te verlenen. Met een beroep op de ‘redelijkheid en billijkheid’ kan in dit geval niet alsnog dekking geforceerd worden. De vordering van X jegens Achmea strandt dan ook.

In de subsidiaire vordering van X op de Rabobank, wordt laatstgenoemde verweten dat hij in de relatie met X de zorgplicht als assurantietussenpersoon heeft geschonden. De rechtbank toetst de gedragingen van de Rabobank aan het bekende toetsingskader, te weten die van een redelijk handelend en redelijk bekwame tussenpersoon.

Zorgplicht

De zorgplicht van de tussenpersoon vergt een actieve en voortdurende bemoeienis met de verzekeringen die tot zijn portefeuille behoren. Als de tussenpersoon op de hoogte is van feiten die meebrengen dat de door hem beheerde polissen aangepast moeten worden, dan mag hij niet stil blijven zitten maar moet hij in actie komen.

De rechtbank stelt vast dat de Rabobank op dit punt tekort is geschoten jegens X. Want de (medewerkers van) de Rabobank brachten geregeld een bezoek aan de woning en de loods. Op de door X in het geding gebrachte foto’s is zelfs een medewerker van de Rabobank te zien die bij de loods staat waar ook twee vrachtwagens op staan.

Volgens de rechtbank had de Rabobank moeten realiseren dat de grootschalige aanwezigheid van vrachtwagens in en bij de loods van X in strijd was met het kleinschalig zakelijk gebruik zoals genoemd in de woonhuisverzekering. De Rabobank had X op dat moment moeten waarschuwen dat de loods niet meer onder de dekking van de verzekering viel. X zou dan de mogelijkheid hebben gehad om de verzekering aan te passen zodat de loods wel onder de dekking zou vallen.

Nu de Rabobank dit heeft nagelaten, heeft hij niet de zorg betracht die van een redelijk handelend en redelijk bekwaam tussenpersoon mocht worden verwacht. De Rabobank is volgens de rechtbank dan ook toerekenbaar tekortgeschoten (artikel 6:74 BW) jegens X. Maar de Rabobank hoeft volgens de rechtbank maar de helft van de schade van X te vergoeden. Want de rechtbank honoreert het beroep van de Rabobank op eigen schuld (artikel 6:101 BW) van X.

De rechtbank stelt namelijk vast dat de Rabobank in september 2017 (dus ongeveer 2 maanden voor de brand) aan X nog een bericht heeft gestuurd in de Rabo berichtenbox. Uit dat bericht had X kunnen opmaken dat de polisvoorwaarden en de verzekering ten aanzien van de loods waren gewijzigd. Dat X het bericht pas ruim een jaar later in november 2018 (dus na de brand) had geopend, dient voor rekening en risico van X te blijven, aldus de rechtbank. De slotsom is dan ook dat X  50% van de door hem geleden schade zelf dient te dragen.

 

Lees hier het artikel zoals het is verschenen in Beursbengel nr. 892 | februari 2020

 

 

 

 

Onze expertises

  • toezichtwetgeving (waaronder vakbekwaamheid en beloning);
  • bedrijfsovername en portefeuilleoverdracht;
  • verzekeringsrecht en aansprakelijkheidsrecht;
  • arbeidsrecht;
  • samenwerking met aanbieders of tussen intermediairs onderling;
  • nieuwe distributiekanalen.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Naam
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Onze expertises

Wij stellen de bedrijfsvoering, de klant en het personeel van intermediairs centraal

Bedrijfsovername

  • Due Diligence Onderzoek (DDO)

  • Onderhandelen

  • Contracten opstellen

Geschillen

  • Dekkingsgeschillen

  • Aansprakelijkheidskwesties

  • Aandeelhoudersgeschillen

Financieel toezicht

  • Advies Wft / Bgfo

  • Vergunning

  • Beheerst beloningsbeleid

Contracten

  • Opstellen overeenkomsten

  • Beoordelen (polis) voorwaarden

  • Herschrijven voorwaarden op B1-niveau

  • Gespecialiseerd

    in de financiële branche

  • Advies en begeleiding

    bij aan- of verkoop van een assurantieportefeuille

  • Specifiek

    gericht op het intermediair

  • Klankbord en adviseur

    bij geschillen tussen diverse partijen

Polis Advocaten in

Wilt u meer weten of wilt u persoonlijk kennismaken?
Neemt u dan gerust contact met ons op.

  • Adres

    Laan van Nieuw Oost-Indië 133C
    2593 BM Den Haag