29-11-2019

De waarheidsplicht in een gerechtelijke procedure

Onder rechters luidt een oud adagium: “Geef mij de feiten, dan geef ik u het recht.” Het presenteren van de feiten in een geschil is dus van belang om een uitspraak van de rechter te kunnen verkrijgen. Het kan dan voor een procespartij om uiteenlopende redenen aantrekkelijk lijken om rekkelijk om te gaan met het waarheidsgehalte van bepaalde feiten. Bijvoorbeeld omdat deze partij bang is dat de rechter bij kennis van de ware stand van zaken een andersluidende (voor hem minder gunstige) beslissing zou kunnen geven. Een procespartij die met de waarheid een loopje neemt, overtreedt echter een belangrijke regel van het procesrecht, namelijk de verplichting om de feiten naar waarheid naar voren te brengen. In een recente uitspraak van het gerechtshof te Amsterdam (ECLI:NL:GHAMS:2019:3879) wordt geïllustreerd hoe de rechter omgaat met een partij die zijn waarheidsplicht schendt.

De casus was als volgt

X is eigenaar van een loods. Deze loods was opgedeeld in een aantal separate units. Die units werden als opslagruimte verhuurd aan particulieren. De verzekeringen van X werden zowel zakelijk als privé al enige jaren verzorgd door diens assurantietussenpersoon. Door de tussenpersoon is in 2007 een brandverzekering voor de loods gesloten bij ASR. Door ASR is de verzekering na verloop van tijd opgezegd. Want X weigerde om de door ASR verplicht gestelde preventiemaatregelen aan de technische installatie te treffen.

Door de tussenpersoon is vervolgens in 2014 bemiddeld bij de totstandkoming van een brandverzekering bij Aegon. Op het aanvraagformulier is door de tussenpersoon (met medeweten van X) ontkennend geantwoord op de vraag of er “ooit een verzekering geweigerd of opgezegd” is. In juni 2014 heeft de politie een inval gedaan in de loods. Er is daarbij een hennepkwekerij ontdekt. Door X is toen, via een e-mailbericht aan zijn familie, vrienden en overige relaties, waaronder de tussenpersoon openheid van zaken gegeven over de hennepkwekerij.

Binnen 2 maanden na de inval is er brand uitgebroken in de loods en is deze volledig afgebrand. Aegon heeft daarop onderzoek laten verrichten. Volgens Aegon heeft X zijn mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering geschonden door niet te melden dat ASR kort daarvoor de brandverzekering had beëindigd. Ook heeft X volgens Aegon ten onrechte geen melding gemaakt van de risicowijziging als gevolg van de aanwezigheid van de hennepkwekerij. X heeft daarop in reactie aan Aegon te kennen gegeven dat hij pas sinds enkele weken voor de politie-inval op de hoogte was van de hennepkwekerij en dat hij toen tegen betaling van een vergoeding heeft getracht een en ander stil te houden. Naar aanleiding daarvan heeft Aegon aan X te kennen gegeven dat er geen dekking onder de polis zal worden verleend en dat de verzekering zal worden beëindigd.

Zorgplichtschending?

X heeft vervolgens zijn pijlen gericht op zijn tussenpersoon. De tussenpersoon wordt verweten dat hij X er niet van weerhouden heeft om het aanvraagformulier onjuist in te vullen. Ook had de tussenpersoon X er op moeten wijzen dat de aanwezigheid van een hennepkwekerij aan Aegon gemeld had moeten worden. Indien Aegon dan was overgegaan tot opzegging van de brandverzekering, dan had de tussenpersoon namens X op zoek moeten gaan naar een andere verzekeraar. Want de tussenpersoon was er immers van op de hoogte dat er door de politie een hennepkwekerij was ontmanteld in de loods.

De rechtbank gaat in eerste aanleg een eind mee in de redenering van X. De rechtbank oordeelt in een tussenvonnis dat de tussenpersoon zijn zorgplicht heeft geschonden. Aan X wordt opgedragen het bewijs te leveren van de stelling dat de loods ook elders verzekerd had kunnen worden nadat de hennepkwekerij was opgerold. X levert dat bewijs door een offerte van Rialto Verzekeringen in het geding te brengen. Uit die offerte volgt dat de brandverzekering bij Rialto gesloten had kunnen worden.

Eigen rol verhuld

De rechtbank heeft daarop X in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de door hem geleden schade als gevolg van de beroepsfout van de tussenpersoon. Maar dan neemt de zaak een verrassende wending. De tussenpersoon is er namelijk achter gekomen dat in de strafzaak tegen X is komen vast te staan dat X zelf degene was die de hennepkwekerij had opgezet. Ook was het X die voor de teelt van de hennep illegaal stroom heeft afgetapt. Deze feiten staan lijnrecht tegenover de eerdere verklaring van X dat hij tot kort voor de ontdekking door de politie niet bekend was met de illegale activiteiten.

De tussenpersoon verzoekt de rechtbank dan ook om terug te komen op de eerder genomen beslissingen. De rechtbank geeft gehoor aan dit verzoek. Want volgens de rechtbank heeft X zijn waarheidsplicht geschonden door zijn rol bij de hennepkwekerij te verhullen. De rechtbank heeft hieraan het gevolg verbonden dat de vordering van X alsnog afgewezen moet worden en dat X veroordeeld is in de proceskosten van de tussenpersoon.

Verkeerde been

X gaat in hoger beroep. Maar ook daar vangt X bot. Het hof is namelijk van oordeel dat het vonnis van de rechtbank juist is. Volgens het hof heeft X zowel de tussenpersoon, als Rialto als de rechtbank op het verkeerde been gezet. Het maakt immers voor de beoordeling van het geschil uit of X louter op de hoogte was van de hennepkwekerij zoals hij zelf eerst stelde of dat hij de kwade genius was achter het opzetten en exploiteren van de kwekerij. Volgens het hof is dit een ernstige schending van de waarheidsplicht. De rechtbank had daar dan ook de gevolgtrekking mogen verbinden die hij geraden acht. Daaronder kan dus ook het terugkomen op een eerder gegeven eindbeslissing (namelijk dat de tussenpersoon zijn zorgplicht had geschonden) worden geschaard.

Geen herkansing

In een tweede grief klaagt X er nog over dat het hoger beroep ook een herkansingsfunctie heeft. Daarmee bedoelt X te betogen dat het eerdere verzuim om de waarheidsplicht na te leven in hoger beroep hersteld kan worden. Het hof maakt hier korte metten mee. Iemand die weloverwogen en doelbewust relevante informatie achterhoudt om ten koste van een ander een schadevergoeding toegewezen te krijgen moet niet alsnog de gelegenheid krijgen om, de ontmaskering, alsnog zijn vordering aan te kunnen passen, aldus het hof. Dit levert immers een loterij zonder nieten op. Want dan zou zo’n partij dus risicoloos de waarheid geweld kunnen aandoen en ook ongestraft de rechter op het verkeerde been kunnen zetten. Het hof tilt dus zwaar aan de proceshouding van X met als conclusie dat X dus de door hem geleden schade zelf zal moeten dragen.

Passende sanctie

In artikel 21 van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is de zogeheten waarheidsplicht vastgelegd: “Partijen zijn verplicht de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Wordt deze verplichting niet nageleefd, dan kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht.”Door de wetgever en de Hoge Raad wordt veel belang gehecht om recht te spreken op grond van de materiële waarheid. Partijen moeten zich -ook in een civiele procedure-onthouden van onwaarheid en onvolledigheid.

Als een partij de waarheidsplicht schendt, dan is het aan de rechter om zelf een passende sanctie toe te passen. De rechter mag immers ‘de gevolgtrekking maken die hij geraden acht.’ Dit kan betekenen dat de bewijslast van de leugenachtige partij wordt verzwaard of dat hij in de proceskosten wordt veroordeeld of dat bepaalde feiten buiten beschouwing worden gelaten. De rechter moet echter wel inzichtelijk motiveren hoe hij tot de beslissing komt om bepaald gedrag van een procespartij te sanctioneren.

 

Lees hier het artikel zoals het is verschenen in am:52 | november 2019

Onze expertises

  • toezichtwetgeving (waaronder vakbekwaamheid en beloning);
  • bedrijfsovername en portefeuilleoverdracht;
  • verzekeringsrecht en aansprakelijkheidsrecht;
  • arbeidsrecht;
  • samenwerking met aanbieders of tussen intermediairs onderling;
  • nieuwe distributiekanalen.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Naam
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Onze expertises

Wij stellen de bedrijfsvoering, de klant en het personeel van intermediairs centraal

Bedrijfsovername

  • Due Diligence Onderzoek (DDO)

  • Onderhandelen

  • Contracten opstellen

Geschillen

  • Dekkingsgeschillen

  • Aansprakelijkheidskwesties

  • Aandeelhoudersgeschillen

Financieel toezicht

  • Advies Wft / Bgfo

  • Vergunning

  • Beheerst beloningsbeleid

Contracten

  • Opstellen overeenkomsten

  • Beoordelen (polis) voorwaarden

  • Herschrijven voorwaarden op B1-niveau

  • Gespecialiseerd

    in de financiële branche

  • Advies en begeleiding

    bij aan- of verkoop van een assurantieportefeuille

  • Specifiek

    gericht op het intermediair

  • Klankbord en adviseur

    bij geschillen tussen diverse partijen

Polis Advocaten in

Wilt u meer weten of wilt u persoonlijk kennismaken?
Neemt u dan gerust contact met ons op.

  • Adres

    Laan van Nieuw Oost-Indië 133C
    2593 BM Den Haag