15-02-2019

Heeft de tussenpersoon de klant voldoende gewaarschuwd?

 

Rechtbank Oost-Brabant 28 november 2018
ECLI:NL:RBOBR:2018:5906

Bij het sluiten van een autoverzekering wordt door de verzekeraar dikwijls op het polisblad aangegeven aan welke beveiligingseisen de te verzekeren auto moet voldoen. Het is van groot belang dat door de verzekeringnemer aan die beveiligingseisen wordt voldaan. Want als dat niet (geheel) het geval is, heeft de verzekeraar de mogelijkheid dekking onder de polis te ontzeggen. De tussenpersoon van een (aspirant)verzekeringnemer speelt hierbij een belangrijke rol.

Als na het ontstaan van schade blijkt dat hij de klant er onvoldoende op heeft gewezen dat en aan welke beveiligingseisen voldaan moet worden, dan loopt de tussenpersoon het risico voor de financiële gevolgen daarvan aansprakelijk gesteld te worden. In deze zaak die aan de rechtbank Oost-Brabant was voorgelegd, speelt onder meer de vraag of de tussenpersoon jegens diens klant tekort is geschoten in de zorgplicht vanwege het nalaten een waarschuwing te geven voor het voldoen aan één van de voorgeschreven beveiligingsvereisten. De casus was als volgt.

X koopt via één van zijn vennootschappen een nieuwe Range Rover. De koop wordt  gesloten door tussenkomst van een tweetal autodealers. De ene autodealer, The Adventure heeft met X het type auto en de opties afgestemd. Na goedkeuring daarvan door X is de auto vervolgens verkocht en geleverd door de bij deze koop met The Adventure samenwerkende autodealer, Bert Story. The Adventure heeft de auto rijklaar gemaakt en op naam van de vennootschap van X gesteld. Bert Story heeft de auto daarop van The Adventure ontvangen en aan X beschikbaar gesteld.

The Adventure is tevens bevoegd om als verzekeringstussenpersoon op te treden. Door bemiddeling van The Adventure is op verzoek van Bert Story en in opdracht van X voor de Range Rover via Anac (een gevolmachtigd agent) een verzekering afgesloten bij Generali. De polis is ingegaan op 21 juli 2016. X heeft op 30 april 2017 geconstateerd dat de Range Rover gestolen was. Generali heeft aan X laten weten de schade als gevolg van de diefstal (het aankoopbedrag van de Range Rover ad € 159.000,00) niet te zullen vergoeden. X heeft daarop alle betrokken partijen in rechte betrokken.

Verwijzing naar voorwaarden is onvoldoende

De rechtbank stelt vast dat op het polisblad, onder meer, staat dat de auto dient te beschikken over alarmklasse V4 en dat de polisvoorwaarden JLR AUT2016-05 van toepassing zijn. In die polisvoorwaarden staat omschreven wat onder een categorie 4 alarmsysteem verstaan moet worden, dat daarvan een geldig certificaat overgelegd moet kunnen worden en dat bij het niet voldoen aan deze bepalingen geen schade zal worden vergoed door Generali. De rechtbank stelt X in het gelijk dat Generali zich niet op deze bepaling (een kernbeding) in de polisvoorwaarden mag beroepen. Want volgens de rechtbank is niet komen vast te staan dat partijen bij de totstandkoming van de verzekeringsovereenkomst wilsovereenstemming hebben bereikt over de toepasselijkheid van deze voorwaarden.

De voorwaarden zijn niet bij het sluiten van de verzekeringsovereenkomst aan X verstrekt. De enkele verwijzing naar een link waar de voorwaarden te downloaden zijn, is volgens de rechtbank onvoldoende om aan te nemen dat X daadwerkelijk van de polisvoorwaarden kennis heeft kunnen nemen en de kernbedingen heeft willen aanvaarden. Dit oordeel van de rechtbank biedt X echter geen soelaas. Want de rechtbank overweegt verder dat de bepaling die op het polisblad staat (‘alarmklasse V4’) voor X voldoende duidelijk was.

X heeft op de zitting verklaard dat hij wist dat de verzekering eiste dat er een track & trace op de auto zat. X was daarom volgens de rechtbank bekend met de eis van de aanwezigheid van een autovolgsysteem. Gelet op de functie van zo’n systeem, het opsporen van de auto na diefstal, had X moeten begrijpen dat dat systeem ook daadwerkelijk in werking gesteld had moeten worden. Vaststaat dat het autovolgsysteem niet in werking was omdat het niet geactiveerd was. Nu op Generali volgens de rechtbank niet de plicht rustte om X op het activeren van het systeem uitdrukkelijk te wijzen, kan X jegens Generali geen aanspraak maken op een uitkering op basis van de verzekering.

Waarschuwingsplicht

Volgens de rechtbank rustte een dergelijke waarschuwingsplicht over het activeren van het autovolgsysteem wel op The Adventure, als tussenpersoon. De rechtbank stelt vast dat het alarmsysteem wel was ingebouwd in de Range Rover en dat X beschikte over een abonnement op de meldkamer voor een periode van drie jaar. X hoefde er volgens de rechtbank daarom niet op bedacht te zijn dat hij ook zelf nog activeringshandelingen diende te verrichten voor het daadwerkelijk inwerking stellen van het autovolgsysteem.

De rechtbank is van oordeel dat van The Adventure verwacht had mogen worden dat zij X zou informeren over de werking van het voorgeschreven alarmsysteem en over het feit dat The Adventure van Land Rover InControl (de meldkamer) had vernomen dat het autovolgsysteem nog niet was geactiveerd. The Adventure verweert zich door een e-mail gedateerd 11 november 2016 te overleggen waarin zij aan X het bericht stuurt dat het systeem nog niet is geactiveerd en dat dit tot gevolg zou kunnen hebben dat de auto niet tegen diefstal verzekerd is. X betwist daarop dat hij een dergelijke e-mail nimmer heeft ontvangen.

De rechtbank oordeelt dat het aan The Adventure is om van de door haar gestelde mededelingen bewijs te leveren. De rechtbank zal daarop een deskundigenbericht gelasten teneinde vast te stellen of de e-mail van 11 november 2016 van The Adventure is ontvangen door X. De voorlopige stand van zaken is dus dat de tussenpersoon zal moeten bewijzen dat aan X is meegedeeld dat deze het autovolgsysteem zelf nog diende te activeren. Als The Adventure in deze bewijsopdracht slaagt, ligt het voor de hand dat de vordering van X jegens haar alsnog zal stranden. Wordt dus nog vervolgd.

 

Lees hier het artikel zoals het is verschenen in Beursbengel nr. 881 | jan-febr 2019

Onze expertises

  • toezichtwetgeving (waaronder vakbekwaamheid en beloning);
  • bedrijfsovername en portefeuilleoverdracht;
  • verzekeringsrecht en aansprakelijkheidsrecht;
  • arbeidsrecht;
  • samenwerking met aanbieders of tussen intermediairs onderling;
  • nieuwe distributiekanalen.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Naam
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Onze expertises

Wij stellen de bedrijfsvoering, de klant en het personeel van intermediairs centraal

Bedrijfsovername

  • Due Diligence Onderzoek (DDO)

  • Onderhandelen

  • Contracten opstellen

Geschillen

  • Dekkingsgeschillen

  • Aansprakelijkheidskwesties

  • Aandeelhoudersgeschillen

Financieel toezicht

  • Advies Wft / Bgfo

  • Vergunning

  • Beheerst beloningsbeleid

Contracten

  • Opstellen overeenkomsten

  • Beoordelen (polis) voorwaarden

  • Herschrijven voorwaarden op B1-niveau

  • Gespecialiseerd

    in de financiële branche

  • Advies en begeleiding

    bij aan- of verkoop van een assurantieportefeuille

  • Specifiek

    gericht op het intermediair

  • Klankbord en adviseur

    bij geschillen tussen diverse partijen

Polis Advocaten in

Wilt u meer weten of wilt u persoonlijk kennismaken?
Neemt u dan gerust contact met ons op.

  • Adres

    Laan van Nieuw Oost-Indië 133C
    2593 BM Den Haag