20-03-2018

Jurisprudentie zorgplicht: De zorgplicht van een adviseur bij het afsluiten van een geldlening en een woonlastenbeschermer

 

Rechtbank Overijssel
ECLI:NL:RBOVE:2017:4335

Van een financieel adviseur mag worden verwacht dat hij zijn klant behoedt voor onverantwoorde kredietverstrekking. En dat hij zijn informatie- en waarschuwingsplicht jegens zijn klant nakomt. Maar van de klant mag ook een eigen verantwoordelijkheid worden verwacht. Zoals het kennisnemen en lezen van de aan hem toegestuurde stukken. In deze zaak buigt de rechtbank zich over de vraag of de adviseur zich voldoende heeft ingespannen om zijn klant te behoeden voor de financiële valkuilen indien de klant eigenaar in plaats van huurder wordt van diens woning. De casus was als volgt.

Aankoop huurwoning

X huurt tezamen met zijn echtgenote een woning van de woningbouwvereniging. Laatstgenoemde doet aan X op enig moment het aanbod de woning te kopen. Omdat X hier wel oren naar heeft, zijn maandlasten zullen daarmee namelijk aanzienlijk dalen, aanvaardt hij dit aanbod. Hij wendt zich tot zijn financieel adviseur en geeft hem opdracht te bemiddelen in een hypothecair krediet. En de herfinanciering van de bestaande consumptieve kredieten van X. Zowel de hypothecaire geldlening als het nieuwe consumptieve krediet worden afgesloten, respectievelijk bij SNS Bank en Interbank. Daarnaast is een verzekering die dekking biedt tegen arbeidsongeschiktheid en werkloosheid (een woonlastenbeschermer) gesloten bij Cardif.

Een aantal jaar nadat de woning aan X in eigendom is overgedragen, raakt X zijn baan kwijt. Omdat de woonlastenbeschermer geen dekking bood en X de maandlasten niet langer voldeed, is de woning gedwongen onderhands verkocht door SNS Bank. X en zijn echtgenote zijn daarbij geconfronteerd met een restschuld ad ruim € 30.000,00. X stelt zijn financieel adviseur aansprakelijk en hij vordert dat deze X schadeloos stelt voor de ontstane restschuld. Volgens X heeft de financieel adviseur nagelaten om hem op alle risico’s te wijzen bij het aangaan van de verplichtingen. X is van mening dat er geen sprake is geweest van ‘informed consent’. Ook vindt X dat de financieel adviseur hem beter had moeten waarschuwen en had moeten adviseren af te zien van de geldleningen. De financieel adviseur verweert zich tegen deze aantijgingen en hij vindt daarbij de rechtbank aan zijn zijde.

Oordeel rechtbank

De rechtbank stelt voorop dat de financieel adviseur tegenover X, als zijn opdrachtgever, de zorg moet betrachten die van een redelijk handelend en redelijk bekwaam beroepsgenoot mag worden verwacht. Voor de invulling daarvan moet onder meer gekeken worden naar de overeenkomst die tussen partijen was gesloten. De rechtbank stelt in dat kader vast dat de wensen van X zagen op:

  1. de aankoop van de woning;
  2. lagere woonlasten;
  3. herfinanciering van reeds bestaande consumptieve kredieten.

De wensen van X zijn ook daadwerkelijk gerealiseerd.

De rechtbank overweegt dat de hypothecaire geldlening (een spaarhypotheek en een aflossingsvrije hypotheek) geen zeer ingewikkeld of risicovol product is. En waarvan de financiële gevolgen ook voor een niet-deskundige consument in het algemeen goed zijn te overzien. Van een bijzondere zorgplicht van de adviseur jegens X zoals die door de Hoge Raad is aangenomen op het terrein van bijvoorbeeld beleggingsadvies of optiehandel is volgens de rechtbank geen sprake. De adviseur heeft de inkomens- en vermogenspositie van X getoetst alvorens hem te adviseren over de hypothecaire geldlening en het doorlopend krediet.

Eigen verantwoordelijkheid

Omdat gebleken is dat sprake was van overschrijding van de normen die voortvloeien uit de Gedragscode Hypothecaire Financiering en restschuld, had volgens X de adviseur moeten adviseren om af te zien van de transactie. De rechtbank gaat daar niet in mee. De rechtbank stelt namelijk vast dat in de offerte van de SNS Bank uitdrukkelijk wordt gewezen op de overschrijding. Ook wordt daarin gewezen op het risico dat bij (gedwongen) verkoop van de woning een restschuld kan ontstaan. De offerte is door zowel X als zijn echtgenote ondertekend. Volgens de rechtbank mocht het lezen van de offerte ook van hen worden verwacht en was de informatie in de offerte verder duidelijk. Dergelijke omstandigheden brengen volgens de rechtbank met zich mee dat voor het aannemen van een verdergaande informatie- en waarschuwingsplicht van de adviseur geen grond bestaat.

Een zelfde toets legt de rechtbank aan bij beoordeling van het door X geuite verwijt dat de adviseur ten onrechte niet heeft gewaarschuwd voor het feit dat Cardif geen dekking bood onder de woonlastenbeschermer. Volgens de rechtbank mocht X worden geacht op de hoogte te zijn van de polisvoorwaarden van de woonlastenbeschermer. Daarin staat op expliciete en heldere wijze beschreven dat de verzekering geen dekking biedt voor het geval X zijn baan zou verliezen terwijl hij werkzaam was op grond van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. X had ten tijde van het aanvragen van de woonlastenbeschermer wel een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en hij heeft zijn adviseur tussentijds niet geïnformeerd over zijn wisseling van werkgever (waar hij dus slechts een tijdelijk contract had) zodat de adviseur X ook niet nader had kunnen informeren over de gevolgen daarvan voor de dekking onder de woonlastenbeschermer. Het is dan ook volgens de rechtbank niet aan de adviseur te wijten dat X niet kan terugvallen op de woonlastenbeschermer.

Samengevat komt de rechtbank tot het oordeel dat de adviseur jegens X niet toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de verbintenissen uit hoofde van de overeenkomst van opdracht. Volgens de rechtbank is door de adviseur adequaat onderzoek verricht en zijn de financiële risico’s van X voldoende in kaart gebracht. Ook is van onverantwoorde kredietverstrekking en schending van de zorgplicht geen sprake. De rechtbank benadrukt dat ook X een eigen verantwoordelijkheid had om diens eigen financiële positie en situatie in te schatten. De vordering van X jegens diens adviseur wordt door de rechtbank dan ook afgewezen.

 

Lees hier het artikel zoals het is verschenen in Beursbengel 872 | maart 2018

Onze expertises

  • toezichtwetgeving (waaronder vakbekwaamheid en beloning);
  • bedrijfsovername en portefeuilleoverdracht;
  • verzekeringsrecht en aansprakelijkheidsrecht;
  • arbeidsrecht;
  • samenwerking met aanbieders of tussen intermediairs onderling;
  • nieuwe distributiekanalen.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Naam
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Onze expertises

Wij stellen de bedrijfsvoering, de klant en het personeel van intermediairs centraal

Bedrijfsovername

  • Due Diligence Onderzoek (DDO)

  • Onderhandelen

  • Contracten opstellen

Geschillen

  • Dekkingsgeschillen

  • Aansprakelijkheidskwesties

  • Aandeelhoudersgeschillen

Financieel toezicht

  • Advies Wft / Bgfo

  • Vergunning

  • Beheerst beloningsbeleid

Contracten

  • Opstellen overeenkomsten

  • Beoordelen (polis) voorwaarden

  • Herschrijven voorwaarden op B1-niveau

  • Gespecialiseerd

    in de financiële branche

  • Advies en begeleiding

    bij aan- of verkoop van een assurantieportefeuille

  • Specifiek

    gericht op het intermediair

  • Klankbord en adviseur

    bij geschillen tussen diverse partijen

Polis Advocaten in

Wilt u meer weten of wilt u persoonlijk kennismaken?
Neemt u dan gerust contact met ons op.

  • Adres

    Laan van Nieuw Oost-Indië 133C
    2593 BM Den Haag