21-02-2017

Jurisprudentie zorgplicht: Adviseur moet navraag doen

 

Dossier Jurisprudentie Zorgplicht

Hof Amsterdam 15 november 2016;
ECLI:NL:GHAMS:2016:4640

In deze zaak ging het om een adviseur in dienst van ABN Amro Bank, die een tandarts adviseert over een hypotheek voor een appartement dat hij voor zijn dochter wil aankopen. Daarbij is een financieel plan opgesteld. De in dat kader door de tandarts verstrekte informatie over het inkomen van zijn echtgenote in geval van eventueel overlijden bleek onjuist te zijn. De centrale vraag in deze procedure is of de adviseur is tekortgeschoten in de op hem rustende zorgplicht door niet zelf navraag te doen over deze informatie. Het hof oordeelde in dit geval dat de adviseur zich meer had moeten verdiepen in de verstrekte gegevens.

Wat was er aan de hand?

De adviseur heeft in 2009 voor de tandarts en zijn echtgenote in het kader van de aankoop van het appartement een persoonlijk financieel plan opgesteld. De tandarts en zijn echtgenote hebben de adviseur laten weten dat de echtgenote in geval van overlijden van haar man een minimaal inkomen van ongeveer € 37.500 netto per jaar nodig had. De adviseur heeft ten behoeve van het opstellen van het financieel plan bij de accountant van de tandarts financiële informatie opgevraagd. Die heeft aan de adviseur een aangifte IB verstrekt, de jaarrekening van de praktijkvennootschap en een pensioenbrief met een actuariële berekening van de in de vennootschap opgebouwde pensioenverplichtingen.

Uit deze stukken bleek dat de echtgenote jegens de vennootschap aanspraak had op een jaarlijks inkomen van € 15.755 en dat zij recht had op een nabestaandenpensioen van € 34.300. Uit de jaarrekening en de toelichting op de balans bleek echter ook dat het toegezegde nabestaandenpensioen een gekapitaliseerd risico van € 876.000 vertegenwoordigde en dat dit risico niet geheel was veiliggesteld door middel binnen de vennootschap beschikbare middelen.

Verder bleek uit de jaarstukken dat de activa van de vennootschap vrijwel uitsluitend bestonden uit een rekening-courant vordering op de tandarts zelf. De adviseur heeft geen verdere navraag gedaan over de ontvangen stukken en heeft zijn financieel plan afgestemd op het daaruit blijkende inkomen en het nabestaandenpensioen. Vervolgens heeft hij bemiddeld bij de totstandkoming van twee overlijdensrisicoverzekeringen: een polis met een gelijkblijvend verzekerd kapitaal van € 100.000 en een polis met een verzekerd kapitaal van € 200.000, dat jaarlijks volgens een vast schema daalt. Die voorziening zou samen met het resterende inkomen en het nabestaandenpensioen voldoende moeten zijn om het gewenste netto-inkomen op te leveren.

Geen jaarlijkse, maar eenmalige uitkering

De tandarts wordt in 2013 ernstig ziek. Hij informeert dan bij de adviseur naar de te verwachten uitkeringen, wanneer hij zou komen te overlijden. Als hij hoort dat er niet jaarlijks een bedrag wordt uitgekeerd, maar slechts eenmalig, schrikt hij. Hij had volgens eigen zeggen gerekend op een uitkering van in totaal € 1.700.000. De tandarts en zijn echtgenote spreken vervolgens de verzekeraar aan ter zake de uitleg van de polisvoorwaarden en zij spreken de adviseur aan. De vordering tegen de verzekeraar wordt in twee instanties afgewezen. Deze vordering laat ik in het kader van dit artikel verder onbesproken.

De vordering tegen de adviseur wordt door de rechtbank aanvankelijk ook afgewezen. De rechtbank oordeelde, kort gezegd, dat een adviseur in beginsel mag vertrouwen op informatie die door een klant wordt verstrekt. Maar dat hij wel nader onderzoek moet doen, als er door de klant mededelingen worden gedaan die haaks op deze informatie staan. Dat speelde hier volgens de rechtbank niet, zodat de adviseur zijn financieel plan terecht op de informatie uit de verstrekte stukken mocht baseren.

Hoger beroep

Tegen dit oordeel gaan de tandarts en zijn echtgenote in hoger beroep. Het hof beoordeelt de zaak naar de vaste norm: de redelijk handelend en redelijk bekwaam beroepsgenoot. Die hoort, volgens vaste jurisprudentie, te waken voor de belangen van de tot zijn portefeuille behorende verzekeringnemers. Daarbij besteedt het hof aandacht aan de verplichtingen die op grond van artikel 4:23 Wft op een adviseur rusten. Te weten de verplichting om de situatie (financiële positie, kennis, risicobereidheid etc.) van de klant te inventariseren en het advies daarop af te stemmen.

In dat traject mag een adviseur, ook volgens het hof, in beginsel vertrouwen op de informatie die de klant verstrekt. De zorgplicht van de adviseur gaat niet zo ver dat de adviseur steeds de juistheid van die informatie moet onderzoeken. Maar dat neemt niet weg dat als er concrete aanwijzingen zijn dat de verstrekte informatie wellicht onjuist of onvolledig zou zijn, de adviseur wel gehouden is om navraag te doen bij de klant en zich zo nodig nader moet laten informeren. Dat is ook al eerder door de Hoge Raad bevestigd.

Oordeel Hof

Tegen die achtergrond beoordeelt het hof de informatie van de accountant. Vast staat tussen partijen dat de echtgenote geen werkzaamheden verrichte tegenover het inkomen van € 15.755, zodat in zoverre sprake was van een fictief inkomen. Maar omdat het inkomen wel was opgenomen in de jaarrekening en in de betreffende periode ook is aangegeven voor de inkomstenbelasting, had de adviseur volgens het hof mogen aannemen dat de echtgenote dit inkomen ook na het overlijden van haar man zou blijven ontvangen.

Ten aanzien van het nabestaandenpensioen ligt dat anders volgens het hof. De adviseur heeft een actuariële berekening van de pensioenverplichtingen van de vennootschap gehad en de bedragen in het financieel plan stemden overeen met de daarin genoemde bedragen. Maar uit de jaarrekening had de adviseur kunnen opmaken dat er binnen de vennootschap onvoldoende liquide middelen (volgens de balans slechts € 9.000) waren om die pensioentoezegging daadwerkelijk te dekken. En dat die verplichting ook anderszins niet voldoende was afgedekt. Daarom had de adviseur daarover nadere informatie moeten inwinnen bij de tandarts, dan wel het nabestaandenpensioen buiten beschouwing moeten laten bij de advisering.

Nu de adviseur die informatie wel heeft gebruikt, heeft hij ofwel de jaarrekening onvoldoende bestudeerd, ofwel ten onrechte verzuimd daaraan de juiste gevolgtrekkingen te verbinden. Daarmee heeft de adviseur volgens het hof zijn zorgplicht geschonden. Daaraan doet volgens het hof niet af dat de adviseur in zijn advies had vermeld dat de klant gehouden is het advies op juistheid te controleren. Dat ontslaat de adviseur immers niet van de eigen verantwoordelijkheid om het advies zorgvuldig op te stellen en bij gerede twijfel nadere informatie in te winnen. Het hof verwijst de procedure naar de schadestaat om de door deze fout geleden schade vast te stellen.

 

Lees hier het artikel zoals het is verschenen in Beursbengel nr. 861 | januari-februari 2017

Onze expertises

  • toezichtwetgeving (waaronder vakbekwaamheid en beloning);
  • bedrijfsovername en portefeuilleoverdracht;
  • verzekeringsrecht en aansprakelijkheidsrecht;
  • arbeidsrecht;
  • samenwerking met aanbieders of tussen intermediairs onderling;
  • nieuwe distributiekanalen.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Naam
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Onze expertises

Wij stellen de bedrijfsvoering, de klant en het personeel van intermediairs centraal

Bedrijfsovername

  • Due Diligence Onderzoek (DDO)

  • Onderhandelen

  • Contracten opstellen

Geschillen

  • Dekkingsgeschillen

  • Aansprakelijkheidskwesties

  • Aandeelhoudersgeschillen

Financieel toezicht

  • Advies Wft / Bgfo

  • Vergunning

  • Beheerst beloningsbeleid

Contracten

  • Opstellen overeenkomsten

  • Beoordelen (polis) voorwaarden

  • Herschrijven voorwaarden op B1-niveau

  • Gespecialiseerd

    in de financiële branche

  • Advies en begeleiding

    bij aan- of verkoop van een assurantieportefeuille

  • Specifiek

    gericht op het intermediair

  • Klankbord en adviseur

    bij geschillen tussen diverse partijen

Polis Advocaten in

Wilt u meer weten of wilt u persoonlijk kennismaken?
Neemt u dan gerust contact met ons op.

  • Adres

    Laan van Nieuw Oost-Indië 133C
    2593 BM Den Haag